De Diefstal in St-Baafs te Gent
—
DE NOODIGE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
—
EEN NUTTELOOZE AANKLACHT
In verscheidene bladen zijn heftige klachten verschenen over het gebrek aan bescherming van het Lam Gods, in St-Baafs te Gent. Allen die zich met de kunstaangelegenheden bezig houden in het land wisten hoe de toestand was, tenzij zij nooit eens een bezoek hadden gebracht aan St-Baafs, in welk geval zij er nu het best hun zwijgen aan toedoen.
De anderen waren op de hoogte en hebben nooit eens nieuwe beschermingsmiddelen gevraagd. Alleman had dus vertrouwen, in het hele land. Het is dus totaal verkeerd om een scherpe aanklacht te uiten, wat natuurlijk niets van onze aansprakelijkheid wegneemt.
De echte houding welke past is te bekennen dat geen onder ons zich ooit heeft kunnen indenken dat een paneel uit het Lam Gods kon ontvreemd worden. We hebben allemaal de Vijdt-kapel en de kerk voor voldoende veilig beschouwd?
ALGEMEENE SLEUR EN ONBEZORGDHEID
Indien er klachten moeten uitgebracht worden dan is het tegen ons gemeenschappelijk vertrouwen, en misschien ook tegen onze gemeenschappelijke sleur, welke zoo gemakkelijk tot onbezorgdheid overslaat. De schuld ligt bij ons allen. Een les is daaruit te halen : dat wij die onbezorgdheid zouden afschudden en eindelijk eens beter gaan waken over ons bezit. Er zullen nog wel elders kunstwerken bestaan waarvan de veiligheid even ongewis is, als nu voor Het Lam Gods is gebleken. Naast het gevaar van diefstal zijn er andere gevaren : van brand, van vernieling door de luchtgesteldheid en zoo verder. De Koninklijke Commissie voor Natuur en Stedeschoon kon misschien eens een algemeen plan opmaken tot betere bescherming van ons kunstbezit? Hoe dan ook, dat afdoende maatregelen nodig zijn is nu weer eens gebleken.

GEEN VERWIJDERING UIT ST-BAAFS
Intusschen wordt de kwestie voor het Lam Gods van regeeringswege ijverig onderzocht. Van verplaatsing van het Lam Gods is geen sprake. Dat is ook best zoo. Het altaarstuk kan alleen in St. Baafs tot zijn volle recht komen, daar hoort het historisch en hangt in de vereischte atmosfeer.
Er was ook gesproken van een nieuwe verbrokkeling van het werk : de zijpanelen zouden namelijk terug naar Brussel komen. Hoe iemand met een waarachtig kunstgevoel zoo een vandalisme kan voorstellen, gaat ons te boven. Een kunstwerk moet blijven gelijk het gegroeid is, gelijk de maker het heeft opgevat, en dan nog liefst in de oorspronkelijke plaats van bestemming. Dat is toch zoo eenvoudig logisch dat het onthutsend werkt wanneer men verneemt dat menschen die zich kunstliefhebbers noemen in een andere richting kunnen denken.
Alleen moeten de noodige beschermingsmaatregelen tijdig getroffen worden. Door ons aller schuld kan van die tijdigheid, in verband met het Lam Gods, niet meer gesproken worden.
EEN OFFICIEEL ONDERZOEK
De h. Glesener, algemeen bestuurder van Schoone Kunsten, begeeft zich volgende week naar Gent om ter plaatse de noodige maatregelen te onderzoeken. Allicht zal hij ook dan de kwestie van de belichting van het veelluik nagaan, in betrekking met het behoud van den kleurenglans.
VOOR WEERGALOOZE KUNSTWERKEN
Wij hebben ook eens de gedachte hooren verdedigen, dat van elk weergaloos kunstwerk een zoo volmaakt mogelijke kopie moest gemaakt worden, welke veilig zou opgesloten zijn zodat men, bij verminking of vernieling van het oorspronkelijke, ten minste zich nog in het bezit van de kopie zou mogen verheugen, gelijk men zich verheugt in het bezit van een portret van een afgestorvene. Aldus enkele overwegingen naar aanleiding van de verdwijning van de Rechtvaardige Rechters, iets waarvoor wij ten overstaan van de heele beschaafde wereld aansprakelijk zijn.
— Joh. D.